’Momenten van intens verdriet’
Egodocumenten, hoe populair ook op de Nederlandse buis, liggen programmamaker Danny Ghosen (41) niet zo. Hij geeft de voorkeur aan de rol van journalist die sec verslag doet van wat hij waarneemt. Bij De slag om Libanon, een tweeluik over zijn geboorteland, ontkwam hij er niet aan het programma persoonlijk te maken. „Maar ik heb niet gehuild.”
Bron: Telegraaf.nl
Door BERNICE BREURE
Hij laat Libanon niet los, erkent Ghosen die in Beiroet is geboren en als tiener met zijn ouders naar Nederland kwam. „Je kunt ook zeggen: Libanon laat mij niet los. Nooit eerder maakte ik programma’s over mezelf, dat laat ik over aan anderen. Maar toen ik afgelopen oktober ook in Libanon filmde voor Danny in Arabistan zag ik hoe slecht het gaat in hetland. De economie is er vreselijk aan toe. Voor je het weet krijg je er Griekse taferelen. En de verdeeldheid onderling is groot. Het werd me duidelijk dat ik hier iets mee moest doen.”
„Zeker. Maar ik heb niet gehuild, al moest ik mijn emoties in bedwang houden. Praten over wat er is gebeurd tijdens de oorlog is moeilijk voor ons, Libanezen. Dan ontkom je er niet aan geraakt te worden. Ik heb het Libanon van voor de oorlog nooit meegemaakt en was benieuwd naar de verhalen. Beiroet werd het Parijs van het Midden-Oosten genoemd. Ik kan me dat bijna niet voorstellen omdat alles zo slecht geregeld is en het land zo’n drama is op vele vlakken. Hoe heeft het hier zo kunnen ontsporen?”
Toen je vijftien was, kwamen jullie naar Nederland. Heb je ondanks alles toch ook mooie herinneringen aan Libanon?
„Gek genoeg had ik best een leuke jeugd. Ik wist niet beter. Nu ik wat meer levenservaring heb en zie hoe mijn neefjes en nichtjes in Nederland opgroeien, besef ik dat je alle kinderen van de wereld zo’n jeugd toewenst. Het was dramatisch om op te groeien tussen de bommen en de kogels en mensen die elkaar haten, omdat ze een andere politieke stroming aanhangen of een ander geloof. Nu is me duidelijk hoe treurig de situatie was waarin ik opgroeide en waarin heel veel jongeren nog zitten. Maar juist in Nederland was ik in de beginjaren doodongelukkig.”
Nam je je ouders het kwalijk dat ze gevlucht waren?
„Zeker. Ik vroeg me af: wat doe ik hier? Het contrast van een land zonder regels, naar een land met bijna te veel regels was groot. Ik kende niemand en had in een keer al mijn vrienden verloren. Er was nog geen Facebook, geen whatsapp. Ik snapte niet wat we te zoeken hadden in het asielzoekerscentrum en wanneer we daar weg konden. Zoveel onzekerheden. Ik beleefde momenten van intens verdriet.”
Ben je door zo’n jeugd beschadigd?
„Ik denk het wel. Het is moeilijk uit te leggen. Als je daar opgroeit, krijg je een oorlogstrauma. Dat kan niet anders. Ik merk het aan de onrust die ik soms in mijn lijf heb.”
Wat was er van je geworden als jullie daar waren gebleven?
„Dat is de vraag waarmee ik op pad ben gegaan. Ik denk dat ik nooit gelukkig in het land zou zijn geworden. Misschien was ik geëmigreerd naar een Arabisch buurland om werk te zoeken of had ik me aangesloten bij een politieke groepering. Het was in elk geval niet veel goeds geweest. Libanon is een land dat niet veel geeft als je een normaal leven wil leiden, het eist vooral veel van je. De meeste mensen die het wel goed hebben, zijn vooral dieven en criminelen. En de politieke partijen profiteren van de chaos, zij houden het land in een wurggreep.”
Zie je nog wel lichtpuntjes ?
„Ja, door de sterke mensen die Libanon nog heeft. Zoals Joumana Haddad, die niets wil weten van alle corrupte politici en zich verkiesbaar stelde. Ze won maar kreeg een dag later te horen dat er nog een kistje stembiljetten was gevonden en een ander meer stemmen had. Maar ze laat zich niet wegjagen. Dus er is nog wel hoop. Nee, ik denk niet dat ik kan helpen het tij te keren. Mijn denkwijze is zo anders. Al zeggen sommigen dat de Libanezen uit het buitenland de enigen zijn die het fatsoen kunnen terugbrengen naar het land. Of ik nog wel Libanees ben? Dat is een moeilijke vraag die me vaak hoofdpijn bezorgt. Wie ik ben, dat is daar gevormd én dat is hier gevormd. Beide landen ben ik dankbaar en ik houd van beiden evenveel.”
Denk je dat de Nederlandse kijker net zo geïnteresseerd is in Libanon als in de binnenlandse probleemwijken die je eerder bezocht?
„Ik denk dat de belangstelling voor wat er aan de andere kant van de wereld speelt, veel ruimer is dan je denkt. Kijkers zullen een beeld krijgen van een land dat ze misschien helemaal niet kennen, of juist van plan zijn te bezoeken. Transavia vliegt tegenwoordig rechtstreeks op Beiroet. Ik krijg via social media al veel vragen: ’hé Danny, we gaan een paar dagen naar Libanon, wat kunnen we er doen?’.”
De Slag Om Libanon is HIER te zien