De premier van alle Nederlandse bommen definieerde Nederland als ‘lief, gaaf land’

Zap - Danny Ghosen sprak voor de reportage Als de bom valt met overlevenden van het Nederlandse bombardement op Hawija. Een uur later, terwijl de Russische troepen de Oekraïense grens overstaken, zat Mark Rutte bij Jinek, waar hij Nederland definieerde als „dat lieve, gave land”.

‘We gaan de Derde Wereldoorlog voorbeschouwen”, meldde Arjen Lubach maandag monter in een aankondiging van zijn nieuwe show. Op dat moment, tegen achten, dacht ik dat ik hier die eerste aflevering van De avondshow met Arjen Lubach zou nabeschouwen, maar daar kwam iets tussen. Niet eens Poetins erkenning van Donetsk en Loehansk als onafhankelijke staten, maar een vorige oorlog. Als de bom valt, heette de reportage die Danny Ghosen voor de VPRO maakte in Hawija, de Irakese stad waar zeven jaar geleden 72 burgers stierven nadat Nederlandse F16’s namens de internationale coalitie tegen IS een wapenfabriek hadden gebombardeerd.

Nu had de burgemeester van Hawija een groep burgers bijeengeroepen zodat ze „deze Nederlander” konden vertellen wat ze hadden meegemaakt. Ze dromden om Ghosen heen, hun telefoons vooruitstekend met foto’s. Een man droeg een pak papier: ziekenhuisverslagen. Een vrouw liet zien dat haar gebit beschadigd was geraakt. Haar dochter was omgekomen. Een vader toonde een stapel foto’s van zijn gedode zoon. „Ik heb hem met mijn eigen handen moeten begraven.”

De verhalen buitelden over elkaar heen in de krappe stadhuiskamer. Weer kreeg Ghosen een telefoon onder zijn neus geduwd – en nog een. „Een voor een”, riep de verslaggever en hij stak zijn handen in de lucht. „We komen bij u allemaal langs en dan mag u uw verhaal doen.” Dat is precies wat Ghosen daarna deed. De verhalen waren apocalyptisch: „Er was een vuurbal tot aan de hemel”, herinnerde een vrouw zich. „De nacht veranderde in dag”, volgens een man. „Alles werd rood. Het leek de Dag des Oordeels.”

Ze vertelden Ghosen over gestorven kinderen. Een man verloor drie zoons en twee dochters. Een ander raakte zijn winkel kwijt. Uit wanhoop was hij van het dak gesprongen.

Van compensatie aan de slachtoffers wil Nederland niets weten. Wel is er vier miljoen aan infrastructurele steun toegezegd. Er worden 250 elektriciteitspalen geplaatst, al is niet helemaal duidelijk waar precies. Minister Ank Bijleveld had het over „nevenschade”.

Ghosen sprak op straat een jongen wiens gezicht verbrand is en een groot litteken is geworden. Hij gaat nauwelijks naar school. Wat wil je dat Nederland doet, vroeg Ghosen hem. „Ik wil dat ze iets aan mijn gezicht doen.”

Land met geschonden aangezicht

En kijk, wie was er een uurtje later óók op televisie, in Jinek? Mark Rutte, de premier van alle Nederlandse bommen. De baas van het land met het geschonden aangezicht kon dan meteen uitleggen hoe wij verantwoordelijkheid nemen voor de schade die we hebben aangericht. Het kwam er niet van. Wegens de wereldoorlog waarvoor Arjen Lubach aan het aftellen was, denkt u? Mwah. De talkshows hadden (in het geval van Op1 eerder opgenomen) feestelijke gesprekken gepland met terugkerende Olympiërs – een ontzettend gaaf onderwerp dat de oorlogsduiding nogal overstemde.

Ook bij premier Rutte, die ongeveer toen de Russische troepen de Oekraïense grens overstaken de sporters bij Jinek toevertrouwde dat hij tegenwoordig in het bezit was van „een televisietoestel” en „een iPhone”. Bovendien zat hij, op aanraden van zijn ambtenaren, nu ook op LinkedIn. „Veerkracht!” en „schouders eronder” – dat bleven kenmerken van Nederland. Had hij al verteld hoe hard de economie groeide? Routineus ontweek de premier, Eva Jinek brutaalweg tutoyerend, vragen over de Toeslagenaffaire. Na de reclame meldde hij dat hij weg moest wegens de situatie in Oekraïne. Kennelijk was er ergens iemand die dacht dat hij hem nodig had.

Daarvoor had hij terloops Nederland opnieuw gedefinieerd: „Dat lieve, gave land.” Ik weet niet of Danny Ghosen naar Hawija durft om uit te leggen wat dat betekent.

Terug naar media